PhD verdediging Jule Bessler-Etten: Safety first in rehabilitation robots!

Geschreven door: Marian Hurmuz

De eerste PhD verdediging van 2023 is een feit! Jule Bessler heeft dit afgetrapt en heeft haar proefschrift verdedigd, getiteld “Safety first in rehabilitation robots! Investigating how safety-related physical human-robot interaction can be assessed”. Tegenwoordig zijn en worden er veel verschillende robotische systemen ontwikkeld om te gebruiken in de revalidatiezorg. Deze robots werken zeer nauw met mensen. Dus dit brengt uiteraard ook mogelijke risico’s met zich mee. Deze risico’s moeten zorgvuldig worden beoordeeld. Maar hoe kunnen we dit beoordelen? En welke factoren moeten we hierbij in acht nemen? Jule heeft haar PhD gewijd aan dit onderwerp. Op donderdag 19 januari (2023), heeft zij haar proefschrift verdedigd. Wil je dit lezen? Klik dan hier.

 

Jule’s proefschrift omvat de volgende onderwerpen:

  • Het achterhalen van de meest urgente risico’s en veiligheidsproblemen in revalidatierobots.
  • Het identificeren van factoren die kunnen leiden tot excessieve interactiekrachten op het menselijk lichaam door de robot.
  • Het bestuderen van een prototype meetinstrument om de interactiekrachten tussen een menselijke arm en een spalk te onderzoeken.
  • Het meten van de belasting op het bewegingsapparaat met een geïnstrumenteerde beensimulator.
  • Het onderzoeken van de invloed van belasting door revalidatierobots op comfort en veiligheid.

 

Jule eindigt haar proefschrift met aanbevelingen voor een stappenplan om tot verbeteringen in de veiligheid van revalidatierobots te komen, en om kennis op te doen en richtlijnen te creëren die ontwikkelaars ondersteunen in het veiligheidscertificeringsproces. Jule geeft aan dat revalidatierobots alleen in de markt kunnen komen nadat dit is bereikt.

We zijn erg trots op Jule en al haar harde werk bij RRD! Jule blijft werken in de revalidatiesector. Ze is begonnen bij Schuchmann in Duitsland als Quality Assurance Manager. Dit bedrijf ontwikkelt hulpmiddelen voor kinderen in de revalidatiezorg. We wensen jullie het allerbeste toe in haar carrière!

20230125_defence Jule

Betrekken van burgers en patiënten in onderzoek van “ hoezo “ naar “ hoe? zo! "

Geschreven door: Christiane Grünloh, Ria Wolkorte, Rita Schriemer

 

Zodra de calls voor onderzoeken zich aandienen, komen burger- en patiëntparticipatie om de hoek kijken. Zonder steunbrief van een patiëntenorganisatie of belangenorganisatie maakt je aanvraag weinig kans. En heb je de steunbrief eenmaal binnen, hoe borg je de participatie dan op een goede manier? Participatie is niet alleen een kwestie van afvinken door patiënten, maar even goed van aanvonken van onderzoekers. Binnen ICMS (lees omschrijving onderaan) zijn drie collega's vanuit hun eigen vakgebied bezig om participatie te implementeren. Gezamenlijk verspreiden ze hun kennis, ervaring EN overtuiging. 

De principes van waardegedreven zorg en Samen Beslissen zijn in de kliniek vanzelfsprekend. Kunnen we dat ook zeggen van het onderzoek dat aan de zorg vooraf gaat? Worden patiënten, burgers of eindgebruikers betrokken bij ICMS onderzoeken? Het antwoord is ja. Maar het kan nog beter. Als het aan deze collega’s ligt wordt het de gouden standaard dat mensen betrokken raken bij al het onderzoek. En dan dus niet alleen als deelnemer of tester, maar dat zij een stem krijgen in de opzet en de keuzes die worden gemaakt in het onderzoek. Christiane Grünloh (Roessingh Research en Development) , Ria Wolkorte (Universiteit Twente) en Rita Schriemer (Sint Maartenskliniek/Radboudumc) vertellen.

Christiane: “Voor ons drieën is het zo klaar als een klontje dat je mensen actief betrekt bij je onderzoek. Het is nodig als je impact wilt. Impact heb je alleen als je onderzoek relevant is. Relevantie bereik je onder meer als je onderzoek de belangrijkste vragen en problemen van onderzoeksgroep adresseert. Of wanneer de uitkomsten, technologisch of maatschappelijk, bijdragen aan de kwaliteit van leven.” Ria: “We betrekken patiënten bij de dagelijkse praktijk van wetenschap. Ze helpen meebeslissen in de keuzes.” Dat doen ze alle drie vanuit hun eigen disciplines en met de manieren zoals die in hun vakgebied gebruikelijk zijn. Rita: “In het klinisch onderzoek noemen we dit patiëntparticipatie. Citizen Science is de term en methode die op de UT wordt toegepast op gezondheidsonderzoek. Bij Roessingh Research en Development spreken we van Human Centered Design.”

Christiane: “Het zijn verschillende begrippen en invullingen voor benaderingen die hetzelfde centrale vetrekpunt hebben, namelijk dat de mensen voor wie je je onderzoek doet, ook de mensen zijn met wie je het onderzoek doet.”

 

Klinisch en fundamenteel onderzoek

Rita: “In het klinisch onderzoek wordt het steeds meer de standaard om patiënten actief te betrekken bij het onderzoek. Waar mensen eerst alleen als deelnemer participeerden, denken patiënten nu ook in andere fases van het onderzoek mee. Dat kan al in de aanvraag. Patiënten kunnen meedenken over de relevantie van het onderzoek en commentaar geven op de lekensamenvatting. Maar wanneer je de interactie al vroeger inzet, kan hun inbreng nog leiden tot accentverschillen omdat bepaalde deelgebieden voor hen relevanter zijn in het dagelijks leven dan andere. Dit hebben we onlangs nog ervaren in een aanvraag voor artrose-onderzoek. Twee zeer betrokken patiënten waren zelfs aanwezig bij het interview met de financier. Voor hen was de belangrijkste reden om zich aan het onderzoek te committeren de holistische kijk van het onderzoek op de ziekte. Zij weten als geen ander dat er bij hun aandoening een combinatie van medische, biologische, sociale, bewegings- als gedragsaspecten te pas komen.

Vaak denken fundamenteel onderzoekers dat hun vakgebied of onderzoek te moeilijk is voor leken, of dat het betrekken van buitenstaanders weinig oplevert. Toch hebben de PhD’ers op reumaonderzoek op de Sint Maatenskliniek en op het lab experimentele reumatologie van het Radboudumc allemaal een patiëntvertegenwoordiger die het grootste deel van het onderzoekstraject meeloopt. Hem of haar moeten ze dan in lekentaal uitleggen wat ze onderzoeken, hoe ze dat doen en wat er uit de onderzoeken komt. Wat blijkt? In elke fase van het onderzoek is wel een rol voor patiënten weggelegd. Meedenken kan op verschillende niveaus en in verschillende onderzoeksfasen. Deze partnerschappen worden door beide partijen zeer gewaardeerd.”

 

Burgerwetenschap

Citizen science is vooral bekend vanuit het ecologisch onderzoek, denk bijvoorbeeld aan de vogeltelling. Maar deze kijk is te beperkt. Citizen science is de laatste jaren juist veel toegepast in gezondheidsonderzoek. Mensen met een chronische aandoening zijn vaak zelf al op zoek naar oplossingen om hun leven prettiger te maken. Juist deze motivatie en het zelfonderzoekende vermogen kun je inzetten in onderzoek. Ria : “In Twente zijn we aan de slag gegaan met een groep mensen met Reuma volgens de principes van citizen science. Het actief betrekken van burgers bij je onderzoek, betekent een andere rolverdeling dan de klassieke tussen patiënt en onderzoeker. We hebben met de betrokkenen afspraken gemaakt over datamanagement en open science. Van wie is de data en wie kan erbij? Alleen de onderzoeker? Of is de data ook van de deelnemende burger zelf. Hoe moet de toegang dan worden geregeld? Dit waren mooie gesprekken met duidelijke afspraken, die normaliter niet met de deelnemers aan onderzoek worden gevoerd.

Ons onderzoeksthema was op basis van de keuze van mensen met reuma vrij losjes geformuleerd rondom vermoeidheid. Samen met de deelnemers, die we co-onderzoekers noemen, hebben we dit verder vorm gegeven. We kwamen erachter dat het juist de grilligheid en onvoorspelbaarheid van vermoeidheid waren die ze beter wilden leren begrijpen. Zij besloten toen dat het belangrijk was om over langere termijn te kijken naar de mate van vermoeidheid en factoren die daar invloed op kunnen hebben. Daarvoor stelden zij het maximaal aantal meetmomenten (1) per etmaal vast als ook de duur van de meting (21 dagen). Dit is beperkter dan wij als onderzoekers voor ogen hadden, maar voor ons was juist ook de haalbaarheid van het onderzoek belangrijk. Het is overigens niet zo dat alleen de onderzoeker of de burgers beslissen. Als onderzoeker blijven wij natuurlijk kijken naar wat wetenschappelijk verantwoord is, en blijven daar ook verantwoordelijk voor. Maar er is veel meer een uitgangspunt van samen beslissen en transparantie.”

 

Participatief ontwerp van gezondheidstechnologie

Om technologie te ontwikkelen die gebruiksvriendelijk is, is het belangrijk te weten, welk behoefte en doelen mensen hebben, wat hun kenmerken zijn, welke taken ze hebben en in welke context zij de oplossingen zullen gebruiken. Dit is het uitgangspunt om eerste ideeën voor mogelijke oplossingen te creëren, die vervolgens continu worden getest en verbeterd samen met de gebruikers.

Christiane: “Recent zijn we met een onderzoek gestart naar mensen met COPD. Clinici wilden het onderzoek vooral gebruiken om een predictiemodel te maken; met welke mensen gaat het slechter? Daarvoor moesten patiënten langere perioden meetwaarden aanleveren. Maar door met de patiëntgroep te spreken, kwamen we erachter dat mensen ook iets terug willen voor het leveren van data. Ze verwachten namelijk ook terugkoppeling van hun persoonlijke meetwaarden. Gegevensverzameling alleen is voor hen niet nuttig, maar kan eerder een last zijn vooral voor patiënten met weinig energie. Dit is van belang om mee te nemen in de ontwikkeling van de app, want anders stoppen mensen met het gebruiken op de langer termijn en dan hebben de clinici te weinig data voor hun predictiemodel. Dit soort kanttekeningen weten wij al vanuit het Human Centered Design, of vanuit actie-onderzoek, toch zie ik die blinde vlek telkens weer terugkomen bij onderzoekers. Maar voor mij is er geen onderzoek zonder actieve inbreng van alle gebruikers en betrokkenen denkbaar. Op die manier brengen we alle relevante perspectieven en behoeften van de verschillende gebruikersgroepen samen, om gezondheidstechnologieën te creëren die nuttig zijn voor hen allemaal.

Samen kunnen het we onderzoek relevanter en beter maken. En daarbuiten houden patiëntparticipatie, citizen science en human centered design de gesprekken tussen de wetenschap en de maatschappij gaande.

Het betrekken van burgers, patiënten en eindgebruikers is geen "rocket science” maar vraagt wel zorgvuldigheid van de onderzoeker. Bij vragen hieromtrent kunnen wij meekijken hoe je participatie kunt borgen in je opzet en uitvoer van het onderzoek. Je zult zien, dat het veel oplevert en vanzelfsprekend wordt. Meer weten hoe jij mensen betrekt in je onderzoek? Wij denken graag in een vroeg stadium met je mee!

20221124_ICMS

v.l.n.r.: Ria Wolkorte, Rita Schriemer, Christiane Grünloh

 

Ria Wolkorte r.wolkorte@utwente.nl

Rita Schriemer r.schriemer@maartenskliniek.nl

Christiane Grünloh c.grunloh@rrd.nl

 

ICMS (Interdisciplinary Consortium for clinical Movement Sciences & technology) is een unieke samenwerkingsverband tussen Sint Maartenskliniek (een gespecialiseerd ziekenhuis dat zich volledig richt op bewegingsstoornissen), Radboud Universitair Medisch Centrum, Radboud Universiteit, Universiteit van Twente, Roessingh Research and Development en Roessingh Centrum voor Revalidatie. Binnen dit verband werken we samen met wetenschapsgedreven bedrijven (nationaal en internationaal).

Stakeholders betrekken als mede-onderzoeker: Een eerste stap richting goede vaardigheidstraining

Geschreven door: Kira Oberschmidt

 

RRD is inmiddels bijna drie jaar betrokken bij het Pharaon project (Horizon 2020, grant agreement No. 857188). Binnen Pharaon gebruiken we actieonderzoek om technologie voor slim en gezond ouder worden te integreren. Aan het eind van het project gaat RRD richtlijnen voor actieonderzoek opstellen die in andere projecten gebruikt kunnen worden.

In ons werk zien we dat het betrekken van niet-wetenschappelijke stakeholders (bijvoorbeeld patiënten en zorgprofessionals) steeds belangrijker wordt. Vooral in participatieve projecten, waarin gebruik wordt gemaakt van methoden als actieonderzoek of burgerwetenschappen, is het niet voldoende om de stakeholders gewoon als deelnemers te betrekken. In plaats daarvan zouden ze juist een actievere rol moeten hebben, waarin zij meer empowered worden. Maar gezien zij niet formeel tot wetenschapper opgeleid zijn, zou er meer kennis en voorbereiding nodig kunnen zijn.

In de literatuur zien we dat vaardigheidstraining voor stakeholders wel eens genoemd wordt als manier om stakeholders erop voor te bereiden mede-onderzoekers te worden. Echter, hier ontbreekt vaak praktische informatie over hoe de training eruit ziet. We vroegen ons af:

  • Wat zijn het onderwerp en de inhoud van de training?
  • Wie ontvangt de training?
  • Wanneer vinden de activiteiten plaats?
  • Wat zijn de geïdentificeerde behoeften (waarom is er training nodig)?
  • Hoe zit de training in elkaar en welke methoden worden gebruikt?

 

Workshop bij NordiCHI 2022

Om deze vragen te beantwoorden hebben we besloten om onderzoekers met interesse in vaardigheidstraining voor stakeholders uit te nodigen voor een workshop. De sessie vond plaats op 9 oktober 2022, als onderdeel van de pre-conferentie activiteiten van NordiCHI 2022. NordiCHI is een tweejaarlijkse, internationale conferentie op het gebied van mens-computer interactie. Dit jaar vond deze plaats in Aarhus (Denemarken). Het onderwerp van dit jaar was Participative computing for sustainable futures.

Tijdens de workshop gingen wij als organisatoren in gesprek met de deelnemers, waaruit veel interessante discussies ontstonden. We hebben het bijvoorbeeld gehad over de volgende vragen:

  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen dezelfde taal spreekt?
  • Hoe kunnen we behoeften voor training identificeren?
  • Is training überhaupt wel de juiste term voor dit soort activiteiten?
20221026 NordiCHI (4)

In kleinere groepen hebben we ook de tijd genomen om belemmerende en bevorderende factoren van goede stakeholder training te identificeren. (We zijn nog niet tot een betere term gekomen, dus voor nu houden we het bij ‘training’).  Hoewel er na de workshop nog steeds veel open vragen zijn was het leuk om te zien dat veel deelnemers inspiratie en ideeën op konden doen voor hun eigen werk.

20221026 NordiCHI (1)
20221026 NordiCHI (2)
20221026 NordiCHI (3)

We kijken ernaar uit om deze discussie voort te zetten met geïnteresseerden. Wil je hier meer over weten? Neem dan graag contact op met Kira of Christiane.

Kira Oberschmidt

Kira Oberschmidt           

E-mail: k.oberschmidt@rrd.nl                    

Tel.: 088 087 5767

Christiane Grünloh

Christiane Grünloh                        

E-mail: c.grunloh@rrd.nl

Tel.: 088 087 5723

CE-certificering onder de Medical Device Regulation (MDR) uitbreiden naar een nieuwe ‘intended use’ – Een voorbeeld uit de praktijk

Roessingh Research and Development (RRD) heeft de laatste jaren intensief gewerkt aan de coördinatie van een multi-center interventie studie. Deze interventie bestond uit een soft-robotische handschoen, genaamd Carbonhand, welke is ontwikkeld ter ondersteuning van de handfunctie voor patiënten met een verminderde handknijpkracht. Bioservo, de fabrikant van Carbonhand en opdrachtgever van de studie, had als beoogd doel de CE-certificering van het systeem binnen de MDR uit te breiden naar een nieuwe medische toepassing. Carbonhand had al een CE voor de werking als een hulpmiddel bij dagelijkste taken. De nieuwe ‘intended use’ is echter gericht op het therapeutische effect van Carbonhand, oftewel het verbeteren van de handfunctie na langdurig gebruik van het systeem als hulpmiddel tijdens dagelijkse activiteiten. De vraag aan RRD was dan ook een klinische evaluatie op te zetten en uit te voeren waarmee kon worden aangetoond of dat therapeutische effect er al dan niet is.

Carbonhand systeem

RRD heeft hiervoor een passend onderzoeksprotocol opgezet volgens de Good Clinical Practice (GCP) richtlijn, een internationale ethische en wetenschappelijke kwaliteitsnorm (ISO14155) voor het opzetten, vastleggen en rapporteren van mensgebonden onderzoek. Daarnaast heeft RRD de goedkeuring bij de Medische Ethische Toetsings Commissie (METC) gerealiseerd, hebben we samenwerking met 8 Nederlandse (revalidatie)centra gerealiseerd en alle betrokkenen geschoold in de toepassing van het Carbonhand systeem en de uitvoering van het onderzoeksprotocol. Een monitor van een externe partij was betrokken ter controle van de uitvoering van de GCP richtlijn en alle verzamelde data.

 

Intensieve samenwerking leidt tot succes

Binnen deze  studie zijn 63 deelnemers geïncludeerd met een verminderde handknijpkracht, onafhankelijk van onderliggende diagnose, welke de Carbonhand gedurende een periode van 6 weken thuis gebruikten tijdens de uitvoering van dagelijkse activiteiten. Vooraf vonden 3 baseline metingen plaats, gevolgd door een nameting (binnen 1 week na interventie) en een follow-up meting (4 weken na afloop van de interventie). Ondanks tussenkomst van de COVID-19 pandemie zijn we geslaagd om de studie succesvol uit te voeren, niet in het minst door de intensieve en prettige samenwerking met de deelnemende centra. Dinsdag 27 september jl. heeft de laatste meting plaatsgevonden en is de data verzameling officieel afgerond. Uiteraard hadden we deze mijlpaal niet kunnen bereiken zonder de inzet van de klinische centra: Roessingh Centrum voor Revalidatie, University Medical Center Groningen, Isala klinieken, Rijndam revalidatiecentrum, Reade centrum voor revalidatie en reumatologie, Hoogstraat revalidatie, Sint Maartenskliniek met de locatie Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Klimmendaal.

 

De komende periode richten we ons op de analyse van alle uitkomstmaten. Tussentijdse resultaten waren veelbelovend, nu moet blijken of dat na analyse van alle data zo blijft. Bent u geïnteresseerd in de uitkomsten van de studie, houd dan onze nieuwspagina goed in de gaten voor de laatste ontwikkelingen.

 

Herkent u bovenstaand proces als fabrikant van een medisch hulpmiddel en hebt u een soortgelijk vraagstuk? RRD adviseert en ondersteunt u graag in de opzet en uitvoering van uw klinische evaluatie in het kader van de MDR!

FOTO ERIC BRINKHORST

Anke Kottink-Hutten
E-Mail: a.kottink@rrd.nl

Tel.: 088 087 5733

Looking back at RehabWeek 2022

It was a special RehabWeek this year. It was the first in three years because of the covid-pandemic. It was also my first physical conference since covid, and the last one prior to all the lockdowns was RehabWeek 2019. So we came full circle last week. And it was ‘at home’, in the Netherlands. It felt somewhat like a reunion. And whether it was a psychological post-covid effect, or the longer 3-year period in between two RehabWeeks, or just that a lot of developments are happening, it felt like more news was shared than normally, there was more to catch up on with people, and more plans discussed for future collaborations. All in all, it was great to meet our colleagues again and talk about how they are doing and to hear about their latest developments. The fact that the social programme also involved water taxi’s and the SS Rotterdam topped it all off.

RehabWeek 2022
Groepsfoto RehabWeek

Showcasing RRD at Rehabweek

When Rotterdam was announced as the location for the next RehabWeek (2021, originally) at the previous conference in Toronto, we said we should have a good representation of RRD at this edition. Well, we kept our promise. RRD presented in 6 workshops, Hans Rietman delivered a keynote and was expert panel member, Erik Prinsen and Hans Rietman were involved in parallel programme of ISPO-NLand NSRM, we had 4 presentations in various conference sessions, RRD chaired 5 sessions, and had 3 posters on display. The poster from Robert Schulte was nominated for Best Poster Award and he pitched his research findings on smart signal processing from the MyLeg project. Additionally, Claudia Haarman presented her work in one of the ICORR sessions about GRIP, a collaboration with Anke Kottink, where Hankamp Rehab and RRD evaluated a very small and smart wearable device that supports key grasp for people with spinal cord injury, for example.

Presentatie RehabWeek Robert Schulte
Presentatie RehabWeek Cindy Rikhof

Inspirational topics

In between latest developments and research findings of rehabilitation robots, electrical stimulation, VR, eHealth applications etc., in various combinations, there were a few transdisciplinary topics that came back in many presentations and discussions. A lot was said about the need and benefits of involving end-users, either patients or therapists or other stakeholders, in early stages of technology development. Although this is definitely not news to RRD (glad to hear that we've been doing the right thing all along), it is nice to see this catching on across the RehabWeek audience. It was fitting that Stephanie Kosterink presented (twice) about using the Societal Return on Investment (SROI) method to elicit the impact of technology in a broad sense, including quality and process improvements. One of our examples for an SROI was the Innovation Lab of Roessingh Centrum voor Revalidatie, which gained a lot of interest as a means to implement rehabilitation technology in clinical practice and to gauge its impact. Another topic that stood out was the Medical Device Regulation (MDR). Its challenges was a frequent topic of discussion on the exhibition floor with developers of rehab technology. Besides this, we had two presentations about it’s practical implications for research with medical devices; once in relation to safety requirements for rehabrobots and using instrumented dummy limbs to solve this, once in relation to following MDR during a multi-center clinical evaluation of the effect of a soft-robotic glove (Carbonhand) used unsupervised at home. We hope our contributions gave some inspiration for how to deal with the discussed challenges.

Looking forward to the next RehabWeek, next year in Singapore!

Are you interested in the above mentioned topics, but missed our contributions at Rehabweek?
Feel free to contact us! Tel +31 (0)88 0875 777  /    E-mail: g.prange@rrd.nl

Cheers, Gerdienke

Foto Gerdienke Prange

E-Health evalueren: Hoe pak je dat aan?

In de praktijk en in de wetenschap is er nog steeds veel onduidelijkheid over het goed evalueren van eHealth. Vooral wanneer de technologie (onderliggend aan de eHealth toepassing) nog in ontwikkeling is. Roessingh Research and Development (RRD) heeft jarenlange ervaring in het begeleiden van dergelijke ontwikkel trajecten, waaronder het evalueren van innovatieve E-Health technologieën. Onder aanvoering van senior onderzoeker Stephanie Jansen – Kostering heeft RRD een eigen werkwijze voor eHealth evaluaties ontwikkeld en gepubliceerd in Digital Health.

 

Continue evaluatie van eHealth

De werkwijze van RRD kenmerkt zich door het continue evalueren van eHealth met als startpunt de volwassenheid van de technologie met aandacht voor verschillende perspectieven. Deze perspectieven zijn; het gebruikersperspectief, het klinische perspectief en het maatschappelijke perspectief. De volwassenheid van de technologie wordt bepaald aan de hand van de Technology Readiness Levels (TRLs). De 9 TRL niveaus (TRL 1 = laag en TRL 9 = hoog) zijn te onderscheiden in drie fases; TRL 1 t/m 3 is de onderzoeksfase, TRL 4 t/m 6 is de ontwikkelingsfase en TRL 7 t/m 9 is de implementatie fase. In de onderzoeksfase staat bijvoorbeeld het gebruikersperspectief centraal en zijn formatieve gebruikerstesten in een laboratorium belangrijk om een goede afstemming te hebben tussen de gebruiker en de technologie. In het paper worden verschillende voorbeelden gegeven van studies in de verschillen TRL-fasen.

E-Health evalueren

Werkwijze e-Health Evaluatie

De RRD werkwijze voor e-Health evaluatie is gepubliceerd in Digital Health. Interesse? Lees hier de publicatie: “Time to act mature – Gearing eHealth evaluations towards technology readiness levels”

Bent u of gaat u bezig met een evaluatie studie van een e-Health toepassing?

RRD denkt graag met u mee. U kunt bij ons terecht voor advies en/of het uitvoeren van evaluatie studies.

Voor vragen over evaluaties studies kunt u contact opnemen met Sr. onderzoeker Stephanie Jansen – Kosterink (s.jansen@rrd.nl  -  0880 875 717).

FOTO ERIC BRINKHORST

PhD Defence of Marian Hurmuz: eHealth – in or out of our daily lives?

While there are many different eHealth services (being) developed, its use among the target population is still low. Marian Hurmuz aimed within her PhD to increase our understanding about the (non-)use of eHealth services among the target population in a real-world setting. After a bit more than 3 years, she finalised her PhD thesis and, last week Thursday, she had her PhD defence.

Her thesis is available online on our website here. The studies described within this thesis cover the following topics:

  • Exploring demographics and personality traits of older adults which can predict dropping out of an eHealth service.
  • Investigating which determinants of the Technology Acceptance Model explain older adults’ use and intention to continue use a gamified eHealth service.
  • A case study which shows how you can evaluate an eHealth service in a real-world setting with mixed methods.
  • Qualitatively investigating barriers and facilitators adults with neck and/or low back pain perceive when using an mHealth app.
  • Identifying the reasons of potential end-users to participate in eHealth studies, the influence of these reasons on the use of eHealth, and their expectations about these studies.

This thesis ends with a general discussion about the main findings. This discusses the use of eHealth and the intensity of use among different eHealth services, the different aspects which can be used to measure eHealth use, how eHealth use can be improved, recommendations on improving summative eHealth evaluations, and finally it discusses topics for future studies.

We are very proud of Marian that she completed her work at RRD in this fantastic way. In recent years she has done a lot of work in various European projects and we are grateful for that.

With the ends of her PhD, we are looking forward to see how she will go on working on this important topic!

1655887128176
MicrosoftTeams-image (4)

Feestelijk afscheid van Hermie Hermens: Twentse pionier in zorginnovatie

Op 1 april heeft Roessingh Research and Development (RRD), samen met vele (oud) RRD’ers en andere collega’s uit het Roessingh concern, het pensioen ingeluid van Hermie Hermens. Hermie was (samen met Gerrit Zilvold) een van de oprichters van RRD en is sinds de oprichting een van de pijlers geweest waarop het huidige succes van RRD is gebouwd.

In al die jaren heeft Hermie bijgedragen aan toonaangevend onderzoek op diverse gebieden (van elektromyografie tot serious gaming, en van protheses tot klinische decision support systemen).

Het is dankzij Hermie dat RRD een bekende speler is binnen het Europese innovatielandschap; ook op het lokale niveau heeft hij RRD op de kaart gezet, bijvoorbeeld middels zijn aanstelling als professor bij de Biomedical Signals & Systems groep aan de Universiteit Twente, en als mede-oprichter van organisaties zoals Vitaal Twente en de Technologie en Zorg Academie. Het feit dat iedereen in Twente die met zorgtechnologie te maken heeft wel weet wie Hermie is, toont hoe groot de impact van zijn werk is geweest en hoe zeer hij verbonden is geweest met de regio.

Zijn afscheid stond in het teken van de zaken waar Hermie altijd veel belang aan heeft gehecht: interesse in je collega’s, goed eten, en star wars. De komende tijd blijft Hermie nog enkele dagen per week verbonden aan de Universiteit Twente.

_DSC6745-Edit-Edit
_DSC6867-Edit-Edit
  • LINKEDIN

 © Copyright - Roessingh Research and Development